Het Europees Milieuagentschap heeft recent het rapport Europe’s State of Water 2024 gepubliceerd, dat benadrukt dat we dringend nood hebben aan een Europese waterweerbaarheidsstrategie. Het rapport wijst op de toenemende uitdagingen rond waterbeheer die steeds groter worden door ons veranderende klimaat. Die noodzaak werd onlangs pijnlijk duidelijk gemaakt bij de overstromingen in Valencia waarbij meer dan 210 mensen omkwamen. Het onderwerp kwam ook prominent aan bod tijdens de hoorzitting op 5 november van Jessika Roswall, de aangewezen EU-commissaris voor Water Resilience net als tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement op 6 november.
Belangrijke vaststellingen uit het rapport
het Vlaams Kenniscentrum Water (VLAKWA) heeft een paar van de belangrijkste vaststellingen uit het rapport verzameld. U kunt deze hier onder terugvinden of via deze link raadplegen.
Jaarlijks kampt 20% van het Europese grondgebied en 30% van de bevolking met waterstress, een probleem dat verergert door klimaatveranderingen. Zelfs in gebieden waar de totale neerslag stabiel blijft of toeneemt, valt er ’s zomers minder regen, wat zorgt voor een lagere waterbeschikbaarheid tijdens droge periodes. Bovendien valt regen steeds vaker in hevige buien, wat leidt tot intensere overstromingen en minder aanvulling van het grondwater omdat het water de bodem niet goed kan binnendringen.
Wanneer we focussen op oppervlaktewaterkwaliteit, dan blijkt dat in 2022 amper 37% van de Europese oppervlaktewaterlichamen een goede of hoge ecologische status geniet, en 29% een goede chemische status. 91% van het grondwater bevindt zich in een goede kwantitatieve toestand en 77% in een goede chemische toestand.
In België heeft 43% van de oppervlaktewaterlichamen een goede of hoge ecologische status, en 0% een goede chemische status. 74% van het grondwater bevindt zich in een goede kwantitatieve toestand en 59% in een goede chemische toestand (in het Freshwater Information System for Europe kan je nog dieper in de cijfers duiken).
Landbouw draagt sterk bij aan waterverontreiniging door intensief gebruik van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen, terwijl zogenaamde ubiquitous, persistent, bioaccumulative en toxic substances zoals kwik en broomhoudende vlamvertragers wijdverspreid en moeilijk te beheersen zijn. Als we die twee persistente stoffen buiten beschouwing laten, zou 80% van de oppervlaktewaterlichamen wél voldoen aan een goede chemische toestand.
Interessant weetje: het net opgestarte Interregproject CARE+ van VLAKWA wil net die druk op het oppervlaktewater verminderen door de instroom van stikstof, fosfor en pesticiden te verminderen.
Enkele voorgestelde acties
Bescherm en herstel aquatische ecosystemen
Grootschalige inzet van natuurgebaseerde oplossingen: die zijn nodig om het water beter vast te houden en de stroom van intensieve regenval te vertragen (slow the flow). Denk aan maatregelen zoals wetlands herstellen, beplante bufferzones aanleggen langs waterwegen, rivieren reconstrueren door hermeandering, en barrières wegnemen. Dit alles vanuit de idee dat hoe dichter een ecosysteem bij zijn natuurlijke toestand ligt, hoe beter zijn ecologische status en dus zijn veerkracht.
Naar een landschapsbenadering voor klimaatadaptie en biodiversiteit: de meeste herstelmaatregelen richten zich momenteel op afzonderlijke waterlichamen, maar herstel op stroomgebiedsniveau met een landschapsbenadering wordt steeds belangrijker. Dat hogere schaalniveau biedt immers kansen om uitdagingen op niveau van klimaatmitigatie en -adaptatie aan te pakken en om ecosysteemfuncties te herstellen en versterken. Het is ook belangrijk om natuurbehoudsmaatregelen nauwer af te stemmen op waterbeheerstrategieën, want die versterken elkaar.
Streef de ‘zero pollution’ doelstellingen na
Interacties tussen oppervlakte- en grondwater: omdat grondwater cruciaal is voor drinkwater en ecosystemen, houden we het liever vrij van verontreiniging. Daarvoor zijn strengere beperkingen nodig voor nutriënten en pesticiden. Voor een effectieve aanpak is dan ook een beter inzicht nodig in de interacties tussen oppervlaktewater en grondwater en hun effecten op het transport van verontreinigende stoffen
Een circulair model voor chemicaliën: om de ambities van het zero pollution action plan te realiseren moet verder worden ingezet op bronaanpak.
Plan van aanpak voor opkomende stoffen zoals PFAS, microplastics en antimicrobiële resistentie. We moeten bovendien inzetten op effectgerichte monitoring als instrument voor een betere risicobeoordeling van die chemische vervuiling.
Een sterker stedelijk afvalwaterbeheer: door de toenemende neerslagintensiteit wordt het cruciaal om overstortwerking en vervuilde afstroming beter te beheersen. De recent definitief goedgekeurde richtlijn stedelijk afvalwater speelt hier alvast op in. De eerdere analyse van het VLAKWA met specifieke aandacht voor de aanpak van micropolluenten kan je hier nalezen.
Stem het systeem af op watertekorten, droogte-, en overstromingsrisico’s
Slimme waterallocatie: de watervraag zal toenemen vanuit landbouw, energieproductie en een aantal nieuwe sectoren. Een recent gepubliceerde studie van WaterEurope toont dat aan via het actuele en toekomstige watergebruik en -verbruik van onder andere semiconductors, data management, energy storage technologies. Een goed gepland waterverbruik wordt dus steeds belangrijker.
Er zijn strategische beslissingen nodig om te bepalen wie, waar, wanneer en hoeveel water mag gebruiken.
We moeten meer inzetten op diverse waterbronnen. Naast oppervlakte- en grondwater, moeten we ook oog hebben voor regenwater, waterhergebruik, of ontzilt zeewater. Ook hier blijft een systemische blik belangrijk, en moeten we ook mogelijke nadelen mee in rekening nemen. Zo vergt ontzilting veel energie en kan het zoute afvalwater schadelijk zijn voor het mariene milieu.
Het rapport benadrukt dat actuele informatie over waterkwaliteit en -kwantiteit cruciaal is. Een robuuste kennisbasis is nodig voor een eerlijke en duurzame waterverdeling, zodat alle watergebruikers en de ecosysteemdiensten er baat bij hebben.
Verontreiniging als factor van waterschaarste: er is dringend behoefte aan een Europees overzicht dat de impact van verontreiniging op waterschaarste kwantificeert, want naast een tekort aan bv. neerslag kan ook (gebrekkige) waterkwaliteit zorgen voor waterschaarste. Om die impact beter te kunnen inschatten en bijhorende maatregelen te treffen, is meer onderzoek nodig.
Betere watergebruiksefficiëntie: om de watervraag effectief te beheren, moeten we water efficiënter gebruiken in de industrie en de huishoudens, en moeten we zorgen voor minder lekkage. In de landbouw kunnen droogteresistente en waterzuinige gewassen een oplossing bieden, of kunnen we proberen de wateropslag in de bodem te vergroten. In combinatie met toenemend waterhergebruik kunnen zulke innovaties ervoor zorgen dat de landbouwer minder afhankelijk is van irrigatie en regenval.
Verschillende van de aandachtspunten hierboven werden ook geïdentificeerd tijdens de opmaak van de Vlaamse beleidsrelevante OO&I-agenda, opgesteld door de kernploeg van het CIW OO&I-platform.
Tijdens een webinar op 10 december zal het Vlaams Kenniscentrum Water dieper ingaan op de inzichten en de vervolgstappen. Meer info over het webinar vind je hier.